Er is een groot verschil in de benadering van talenten zoals PSV dit doet met de wijze waarop men dit in Amsterdam bij Ajax doet.
Bij PSV worden talenten in de laatste fase van hun opleiding anders begeleid dan bij Ajax. Dat zegt Pascal Jansen, hoofd opleidingen in Eindhoven. Met andere woorden kunnen we concluderen dat talenten van het niveau Heitinga, Maduro en Emanuelson bij PSV niet zo snel gebracht zouden worden en bij Ajax wel. Sterker nog, deze categorie matige voetballers worden met het nodige tromgeroffel naar de top ‘geschreven’ om later weer naar beneden te vallen en een modale carrière tegemoet gaan.
Bij Ajax is men ervan overtuigd dat talenten alleen de laatste stap in hun ontwikkeling zetten als ze worden opgesteld in wedstrijden van het eerste elftal, terwijl een talent bij PSV er écht klaar voor moet zijn. “Het spanningsveld is inderdaad iets anders bij ons”, zegt Jansen in Voetbal International. “Maar bij ons krijg je als je goed genoeg bent absoluut je kansen.”
“Data zijn daarin heel belangrijk. Wat je op het veld laat zien, vangen wij in cijfers. Het gras liegt nooit. Wij vinden dat een talent het over een langere periode moet kunnen laten zien. Maar we leven in een tijd dat kennelijk alles heel snel moet. Als het bij deze generatie niet snel genoeg gaat, willen ze door naar de volgende club.”
Jansen vindt dat er anders opgeleid moet worden dan tien of vijftien jaar geleden. “Uit onderzoek is gekomen dat deze generatie heel veel uren achter een beeldscherm of hun telefoon doorbrengt. Maar er is ook uit gebleken dat iemand uit Generatie Z op zevenjarige leeftijd dertig procent minder spierkracht heeft dan iemand uit de vorige generatie. Daar hebben wij bij PSV mee te maken.”
