Mark van Bommel is het nieuwe uithangbord van PSV. De kersverse hoofdtrainer laat zeer zeker een positieve indruk achter. NOS verslaggever Joep Schreuder ziet louter voordelen maar waakt ook voor een ‘valkuil’. Is de aanstelling van van Bommel een geschenk of de valkuil?
De contractverlengingen van Luuk de Jong en Jeroen Zoet worden door NOS gezien als ‘eerste succesje’ van Jonh de Jong maar zijn ook zeker het gevolg van het aanstellen van Mark van Bommel als hoofdtrainer van PSV, vindt het medium.
‘Vrijwel dezelfde motorinhoud, maar met een nieuwe, gretige coureur achter het stuur. Zo zou je PSV kunnen omschrijven sinds de aanstelling van Mark van Bommel als nieuwe hoofdtrainer’, begint NOS man Joep Schreuder zijn visie op het nieuwe PSV.
Schreuder vindt de aanstelling van Van Bommel een goede zaak. “Ondanks de vijf redelijk goede jaren die Cocu in Eindhoven heeft gehad, is de aanstelling van Van Bommel voor PSV een geschenk uit de hemel na het vertrek van Cocu.”
“Niets ten nadele van Cocu, maar na vijf jaar kunnen de club en de spelers deze impuls goed gebruiken. Het is tijd voor wat anders. Een nieuwe man voor de groep. Spelers kunnen onbewust ook ’trainermoe’ worden. Dus dit is goed voor PSV.”
Maar er is ook een maar vindt Schreuder. Daarbij gaan zijn gedachten terug naar het seizoen 2012-2013. Daarin zag de NOS man de valkuil. Daarop terugkijken waarschuwt Schreuder ook voor Van Bommels dominante karakter. “Ik ben benieuwd in hoeverre Van Bommel als trainer de scherpe randjes eraf heeft gehaald. We weten dat hij als speler tot het uiterste ging, maar dat kon ook averechts werken.”
“Ik moet dan altijd aan het seizoen 2012-2013 denken. Het is ongelooflijk dat PSV toen met onder anderen Strootman, Mertens, Wijnaldum en Van Bommel in de ploeg geen kampioen werd. PSV speelde toen onder aanvoering van de gretige Van Bommel in de ‘overdrive’, waardoor sommige spelers zichzelf niet meer waren. Dat kostte PSV onder meer de titel.”
“Dus ik ben benieuwd hoe Van Bommel zich de afgelopen jaren als trainer heeft ontwikkeld. Heeft hij echt als trainer leren denken? Of denkt hij nog veel als speler? En kan hij zichzelf in toom houden? Dat wordt heel interessant om te zien.”
