In het weekblad Voetbal International spreekt algemeen directeur Toon Gerbrands zich uit over de groei, de aantrekkingskracht en het imago van PSV. ‘ PSV heeft grote mogelijkheden een volgende stap te zetten, zegt Gerbrands.
‘PSV heeft één lastig punt en dat is ons imago dat we een koopclub zijn. Als je de feiten nuchter analyseert, kom je tot een heel andere conclusie. Vorig seizoen waren elf van de 23 contractspelers afkomstig uit de eigen jeugd. Dat zal dit seizoen niet veel anders zijn, uitgaande van de norm dat eigen jeugd bestaat uit spelers die hier vanaf hun zestiende actief waren. Dus dan tellen we Jetro Willems mee. Zo bezien zorgt de helft van de spelersgroep voor het handhaven en bewaken van de eigen cultuur, waarbij je altijd een paar spelers hebt zoals Memphis nu die als absolute boegbeelden gelden. Even terug naar een paar jaar geleden. Vroeger konden wij in Nederland nog spelers halen van twintig tot 23 jaar om ze vervolgens de stap te laten maken naar een grotere club. Dat is niet meer zo. Topspelers uit die categorie kosten tegenwoordig minimaal acht tot twaalf miljoen euro. Dat kunnen en willen wij niet meer betalen. Ajax was, zo eerlijk moet je zijn, de eerste die daar beleid op maakte en inzette op jonge buitenlandse talenten. Christian Eriksen was een goed voorbeeld. Het is een categorie jeugdspelers waarvoor je een tot drie miljoen euro betaalt en die als alles goed gaat bij doorverkoop een enorme winst oplevert.’
Aantrekkingskracht
‘De aantrekkingskracht op jonge voetballers is zowel binnen PSV als daar buiten zichtbaar. Spelers als Kenneth Paal (ex-NEC), Suently Alberto (Sparta) en Steven Bergwijn (Ajax) zijn zich bewust van het feit dat ze hier een kans krijgen om zich te ontwikkelen. Hetzelfde geldt voor onze aanwinsten Maxime Lestienne, Gastón Pereiro en Davy Pröpper. Maar ook voor buitenlandse talenten zoals Nikolai Laursen die kon kiezen tussen Ajax en PSV en dan toch aangeeft dat hij bij ons meer kansen ziet om de top te bereiken’, zegt de algemeen directeur.