Ronald Waterreus staat niet bekend als de beste columnist en krijgt geregeld kritieken te verduren. Zijn column in VI over Memphis Depay betreffen voornamelijk ‘ open deuren’, maar vooruit, ‘ Reus’ is en blijft een echte PSV’er. In dezelfde column benoemd Waterreus zijn ‘comeback story’s’ van weleer onder de lat bij PSV nog een keer. Het blijft leuk om te lezen hoe Waterrreus menig keeper uit Eindhoven weggejaagd heeft.
Als voetballer vond ik dit altijd een heerlijke periode. De voorbereiding op een nieuw seizoen is elke keer weer spannend en ik ben ervan overtuigd dat een goed trainingskamp een belangrijke basis is onder een al dan niet succesvol jaar. De voorbereiding die topteams nu maken, is niet te vergelijken met de tijd waarin ik prof was. Wij speelden eerst een stuk of zes wedstrijdjes tegen amateurclubs uit de regio voordat we aan het serieuze werk begonnen. Nu is de situatie omgekeerd: clubs spelen misschien nog één of twee oefenpotjes tegen Bal op het Dak en beginnen dan meteen aan grote wedstrijden. Je ziet het aan PSV en Ajax, maar nog duidelijker bij Manchester United. Die zijn nog maar amper in training of gaan al naar Amerika waar ze voor veel geld tegen andere Europese topploegen spelen.
Ik ben heel benieuwd hoe Memphis Depay zich gaat redden. Hij moet bij United echt op nul beginnen. Daar schrikken ze er niet van dat hij kampioen is geworden met PSV, 25 miljoen heeft gekost en zeventien interlands op zijn naam heeft staan. Zulke spelers hebben ze bij United al honderd keer zien binnenkomen. Memphis zal er dus helemaal zelf voor moeten zorgen dat hij goed weet te integreren met zijn nieuwe ploeggenoten. De acceptatie voltrekt zich op het trainingsveld en daarom is een goede en lange voorbereiding zo belangrijk. Gelukkig voor Memphis is zijn transfer al vroeg beklonken, waardoor hij vanaf het eerste begin onderdeel is van het team. Tegenwoordig zie je maar al te vaak dat spelers eind augustus nog binnenkomen en dan heeft een ploeg zich toch al redelijk gevormd.
Iedere nieuweling wordt sceptisch bekeken door de heersende groep van zes tot acht spelers. Zo werkt dat nou eenmaal. Toen Arjen Robben als zeventienjarige bij PSV binnenkwam, was er niemand van ons die zijn vinger opstak om te vragen wat hij kwam doen. De klasse spatte er toen al van af. Van Mateja Kezman dachten we na de eerste wedstrijd: Die kan niet voetballen. Daar waren we snel van genezen, want toen hij begon te scoren bleek Kezza een heel aparte speler die goed in de ploeg paste.
Ik wil er maar mee zeggen dat in deze periode vaak de nieuwe hiërarchie van een team wordt bepaald. Dat proces verloopt niet altijd even gemakkelijk. Bij Rangers moest ik opboksen tegen Stefan Klos, die van zichzelf vond dat hij de allerbeste was en dat daarover geen discussie noodzakelijk was. Maar ik wilde laten zien dat ik beter was. Alleen: dat was niet zo gemakkelijk. Zelfs nadat Klos geblesseerd was geraakt en we de titel en de beker hadden gewonnen, bleef zijn wil wet. Klos bepaalde hoe de keeperstraining eruit zag en als ik nog wat specifieke oefeningen wilde doen, moest ik wachten tot hij klaar was met de training en naar binnen ging. Hetzelfde gebeurde me met David James bij Manchester City. Daar ging alles zoals hij het wilde.
Zo is het voetbal. Er is een bestaande cultuur, een bestaande hiërarchie en jij moet je als nieuweling maar zien aan te passen. Tenzij de club natuurlijk heel nadrukkelijk aangeeft dat jouw voorganger overbodig is. Dat heb ik bij PSV meegemaakt. Ik hoefde zelf niet eens zo veel te doen om weer eerste keeper te worden. Als we een partijtje aanval tegen verdediging deden, kwamen die verdedigers snel bij mij staan. Dan is de keuze al gemaakt en kan een trainer daaraan ook niet zo veel veranderen. Iedereen vecht voor zijn plek en je doet niet altijd je uiterste best om je concurrent te helpen zijn weg te vinden. Ik vind dat ook logisch: we hebben het over betaald voetbal, over profsport. Het is aan de trainer om dat goed te begeleiden. Als dat allemaal goed verloopt, kun je al heel vroeg in een soort flow raken.
Vaak had ik tijdens de voorbereiding al wel een gevoel of we een goed seizoen tegemoet gingen en meestal kwam dat ook uit. Na een trainingskamp van tien dagen weet je echt wel: dit is een goede speler, met hem erbij gaan we als team beter worden. En dan interesseert het mij echt niet of de sfeer goed is. Het is gewoon meters maken en tweemaal per dag volle bak aan het werk. En vervolgens selecteert zich vanzelf wie mee kunnen en wie niet.