Ook oud-ploeggenoten wijzen naar gebrek aan mentaliteit bij Mo Ihattaren

Het is de laatste weken rustig en stil rond Mo Ihhataren. De middenvelder heeft nog een kleine twee weken om een nieuwe club te vinden en mocht dat niet lukken, zal er een compleet nieuwe situatie ontstaan.

Een deel van de ploeggenoten van Mo Ihattaren is al vertrokken naar andere clubs om daar furore te gaan maken. Lars Unnerstall is daar een voorbeeld van. Unnerstall heeft wel een advies voor Ihattaren, die hij zeker wel hoog heeft zitten: een andere club zoeken.

De Duitse doelman is transfervrij vertrokken naar FC Twente maar volgt zijn oude club nog op de voet. Het is opvallend te noemen dat zelfs oud-ploeggenoten maar eerder ook teammanager Mart van den Heuvel, geen blad voor de mond nemen als het over de mentaliteit van Ihattaren gaat. Of beter gezegd: een gebrek aan mentaliteit.

Als voormalig PSV’er heeft Unnerstall nog altijd contact met sommige oud-ploeggenoten, al zijn er ook enkele vertrokken na het maken van transfers. Pablo Rosario en Denzel Dumfries zijn daar een voorbeeld van en gelden als een soort van mentor voor Ihattaren. Echter zijn zij vertrokken. Unnerstall ziet ook met lede ogen aan hoe Mo Ihattaren aan het afglijden is bij PSV. De gedisciplineerde Duitser hoopt nog altijd dat Ihattaren de draad gaat oppakken bij PSV.

Unnerstall weet hoe Roger Schmidt te werk gaat en dat lijkt nu eenmaal geen goede match te zijn, weet ook Unnerstall. “Mo is Mo”, zegt Unnerstall in een uitgebreid interview met Voetbal International als hem wordt gevraagd naar zijn oud-ploeggenoot bij PSV. “Als je zo met hem zit en praat, is hij echt een topgast. Een geweldige voetballer ook. Als hij die bal had, stond ik soms echt te genieten”, begint Unnerstall over Ihattaren en zijn talenten.

Maar het gaat bij Ihattaren ook vaak over vertrouwen en het leveren van arbeid naast professioneel voor zijn vak leven. Ihattaren brengt het allemaal niet. “Aanvallen is niet alles in het moderne voetbal. Dat moet hij nog leren”, zegt Unnerstall over het uitoefenen van het vak van profvoetballer. “Lukt dat, dan speelt hij straks weet-ik-waar. Dan kan hij zo ver komen. Maar je kunt nog zo goed voetballen, als de trainer zegt: We gaan zo spelen, en je doet het niet, dan speel je niet. En dan is het misschien beter om een andere club te zoeken.”

Unnerstall herkende precies in wat voor bui Ihattaren was. “Aan Mo kon je het op de training meteen aflezen: heeft hij er zin in, of had hij beter binnen kunnen blijven? Dat is niet goed. Het minste wat je dan kunt doen op de training, is arbeid leveren. Niet nadenken, gewoon rennen. Maar dat is voor Duitsers misschien toch wat gemakkelijker dan voor Nederlanders.”