Het verschil tussen theorie en praktijk is groot. Deze week werd ik weer een aantal keer geconfronteerd met dit fenomeen. Dat en meer in mijn wekelijkse column, schrijft Art Langeler in zijn wekelijkse column op PSV.nl
Cijfers zijn feiten
In onze topsportomgeving zijn we constant op zoek naar mogelijkheden om ons te verbeteren. Alles wordt in werking gesteld om percentages te winnen. Er zijn dan ook legio mogelijkheden om dit te doen. Veelal gaat men echter voorbij aan de praktijk, we kiezen snel voor de theorie want dat is tastbaar en kan je laten zien. Cijfers, grafieken, percentages worden als feiten gepresenteerd om een theorie te staven. Hoe er tot deze cijfers gekomen is, is vaak subjectief maar daar gaan we voor het gemak aan voorbij.
Voorbeelden uit het onderwijs en uit het voetbal
In het onderwijs wordt helaas nog steeds veelal met cijfers gewerkt. 5,5 is voldoende, 5,4 onvoldoende dat soort criteria. Op de ALO (opleiding voor gymleraar) hadden wij veel studenten die geweldig konden leren. HBO, je moet dus wel iets in je mars hebben! Alle tentamens werden met gemak gehaald. Ik was niet zo’n student en zat meer in de 5,4-categorie. Echter als we stage liepen zag je een ander beeld. De beste ‘theoretische’ studenten hadden de grootste moeite om met kinderen om te gaan, de juiste snaar te raken en/of een klas in de hand te houden. Dit stuk ging mij een stuk beter af. Op mijn eindcijferlijst was het gemiddelde cijfer dan ook laag, maar voor lesgeven in de praktijk juist hoog! Ik denk dan; wat is als gymleraar belangrijker? Goed kunnen leren of goed kunnen lesgeven?
Professional
In het voetbal word je tegenwoordig doodgegooid met performance-managers en medewerkers. Zij meten alle mogelijk te vinden data en komen hiermee tot (theoretische) aannames en soms zelfs conclusies. Prima, want met veel data zou je dingen over langere tijd kunnen voorspellen, waar we met z’n allen weer iets beter van worden. Toch is de professional (lees: voetbaltrainer) onmisbaar in dit proces. Als een speler twaalf kilometer in een wedstrijd loopt, is dat veel. De conclusie kan zijn dat deze speler erg goed is en alles geeft voor een goed resultaat. Dat zal ongetwijfeld, maar de vraag die mij te binnen schiet is direct WAAR hij gelopen heeft, WELKE keuzes hij gemaakt heeft en of dit zinvolle of nutteloze meters zijn geweest. En dan hebben we het nog niet eens gehad over wat hij met zijn ‘rengedrag’ ten opzichte van zijn tegenstanders en bal deed. Het is maar een voorbeeld maar u raadt al waar ik naar toe wil.
Vragen
Onderzoek en data-verzameling is prima, maar met conclusies en aannames zijn gelukkig toch echt de kenners nodig. In mijn ervaring zijn de fysieke data (die zijn het best en makkelijkst meetbaar) meestal een bevestiging van hetgeen we zelf al gezien hadden. Soms komt hier iets verrassends uit, dat is dan ook fijn om te weten en hier kunnen we dan op inspringen. Dus de testen zijn niet overbodig, maar ook niet revolutionair om te verbeteren. Wat ik dan zou willen weten? Ik zou graag willen dat de performance-wereld komt met feiten over wie er goed is in beslissingen maken in het veld, en hoe je dit vermogen kan trainen. En of en vanaf welke leeftijd je dit kunt zien. En of dit überhaupt te trainen is. En of er een verband is met andere competenties van een mens/kind en zo heb ik nog wel 20 vragen.
Als we deze vragen stellen wordt het al rap stiller of worden de cijfers een stuk subjectiever. Voorlopig komen we nog niet veel verder dan het spelen van videogames om dit te testen en te verbeteren. Maar goed, de vraag stellen is op zoek gaan naar antwoorden en dat doen we dan ook. Binnen onze innovatiecommissie brainstormen we hierover, nodigen we mensen uit, doen we pilots en stellen we weer nieuwe vragen in onze eeuwige zoektocht naar verbetering. Ook onze directie is hier zeer proactief in en dat is prettig. Bovendien moet dit ook bij een club als PSV.
Ik praat mee, luister mee, stel kritische vragen en laat me verrassen, maar kom nog niet af van de praktijk, die is voor mij altijd leidend en bevestigt vaak mijn gedachten. Daar helpt geen 5,5 tegen.