Van Hanegem cynisch over aanpak Schmidt: ‘Ze zouden spelers fit maken’

PSV is nog altijd in de race voor drie prijzen. Te weten de KNVB beker, de Conference League en natuurlijk de landstitel.

Een streep zetten door één van deze hoofdprijzen zou ongepast zijn maar de sfeer rond de club wordt er niet bepaald beter op na een nieuwe nederlaag in eigen huis. PSV verliest maar liefst twee keer in eigen huis en dat mag toch verrassend worden genoemd.

Het zorgt inmiddels voor stevige kritieken aan het adres van Roger Schmidt. De kritiek voert inmiddels de boventoon maar ook het cynisme rond Schmidt steekt de kop op. En dat laatste had toch niemand voorzien toen Roger Schmidt en zijn staf aan de klus in Eindhoven zouden beginnen. Ook Willem van Hanegem is cynisch in zijn commentaar op Roger Schmidt.

De Kromme plaatst inmiddels zijn vraagtekens bij de gehele organisatie in Eindhoven. Roger Schmidt besloot zaterdag om Mvogo een kans onder de lat te geven, in plaats van eerste keus Joël Drommel. Van Hanegem ziet een nieuw probleem.

‘Je verschuilen achter een flater van de keeper, dat is de kop in het zand steken’, aldus een zeer kritische van Hanegem in zijn column voor het Algemeen Dagblad. ‘In het kielzog van Schmidt kwamen er allemaal mensen naar Eindhoven. Zij gingen de spelers extreem fit maken, want dat was ook nodig bij die speelwijze. Er werd voortdurend bloed afgenomen, het was allemaal revolutionair. Spelers kwamen soms maar heel kort in actie, want dan bleven ze fit’, somt hij op.

Die aanpak heeft volgens Van Hanegem echter niet bepaald de juiste vruchten afgeworpen en PSV is niet bepaald verder gekomen onder de Duitser, vind de Kromme.

‘Van alle topclubs in Nederland is de ziekenboeg nergens zo goed gevuld als bij PSV. Ik weet bijna niet eens meer hoe die Madueke eruitziet, zo lang heb ik die al niet gezien door al die spierblessures’, zegt hij.

Van Hanegem benadrukt dat hij niets tegen Schmidt heeft. ‘Van mij had trainer Roger Schmidt wel tien seizoenen mogen bijtekenen bij PSV. Ik heb helemaal niets tegen óf voor die man. Of het logisch was geweest als Schmidt wél was gebleven, is een heel andere vraag.’