Kees Kwakman vindt het onterecht dat enkel André Ramalho altijd de gebeten hond is bij PSV.
De Braziliaan vormt dit seizoen het hart van de Eindhovense defensie met Olivier Boscagli. Kwakman vraagt zich hardop af waarom Ramalho’s Franse ploeggenoot buiten schot blijft. “Als het bij Ramalho gebeurt, dan wordt het wél altijd heel erg benoemd…”, zegt de analist in Voetbalpraat op ESPN.
De verdediging van PSV stond woensdagavond in het Champions League-duel met RC Lens (1-0 winst) als een huis. Het was een van de eerste keren dit seizoen dat Ramalho geen bakken met kritiek over zich heen kreeg van analisten en fans.
“Van de verdedigers die PSV de laatste jaren centraal achterin heeft gehad vind ik Boscagli het stabielst qua prestaties”, zegt commentator Teun de Boer. “Dat heeft Ramalho natuurlijk niet.” Mario Been is het daar absoluut mee eens. “In zijn passing aan de bal vind ik hem echt heel goed.”
Kwakman is daarentegen een andere mening toegedaan en neemt het op voor de Braziliaanse mandekker. “Ze pikken wel vaker Ramalho eruit, en daardoor wordt Boscagli een beetje vergeten”, stelt de analist.
Kwakman noemt vervolgens enkele voorbeelden waar Boscagli geen goede indruk maakte. “Die kans tegen Sevilla, waarbij En-Nesyri op de lat schiet na een pass van achteruit, dan staat hij niet goed. En tegen Ajax, die kans dat Brobbey alleen op doel af ging, daar werd Boscagli ook in zijn rug verrast.”
De Volendammer is van mening dat Boscagli ook wat kritischer mag worden benaderd. “Als het bij Ramalho gebeurt wordt het wel altijd heel erg benoemd, maar als het Boscagli gebeurt, en dat gebeurt bij hem minder hoor, dan niet.”