De roep om Luuk de Jong is nog altijd niet gestild. De eerste spits en aanvoerder van PSV is aan een uitmuntend seizoen bezig en hoort dat zijn naam genoemd blijft worden.
Het is tegelijkertijd even wennen voor de spits want er zijn ook andere tijden geweest. De aanvoerder beseft dat het toernooi in Duitsland gaat naderen en dat er keuzes gemaakt dienen te gaan worden. En dus ging De Jong het gesprek aan met Voetbal International. Nuchter als altijd bekijkt De Jong de situatie rond Oranje en het opnieuw beschikbaar stellen met een tevreden houding.
De roep om Luuk de Jong is in ieder geval daar, die bezig is aan een ijzersterk seizoen, groot. “Het is wel een beetje een rare gewaarwording”, begint De Jong in gesprek met Voetbal International de roep om hem weer in het Nederlands elftal te krijgen. Verschillende analisten opperen wekelijks voor een telefoontje van de bondscoach naar de spits.
“Omdat ik de andere kant ook heb meegemaakt”, zegt hij nuchter. De nu 33-jarige spits staat nog altijd achter zijn besluit om te bedanken. “Voetballen in het Nederlands elftal is een enorme eer, is het altijd geweest, maar er wordt toch ook elke keer fysiek veel van je gevraagd met trainingen, reizen en wedstrijden.”
Tel daarbij op het aantal wedstrijden die er per seizoen worden afgewerkt en de leeftijd van de spits. “Ik word ouder en ik begin ook pijntjes te krijgen als ik zo veel duels speel. Je ziet in het topvoetbal steeds meer jongens afhaken met blessures. Zij hebben geen moment rust meer. Dat wil ik voorkomen. We hebben twee jonge kinderen en ik vind het fantastisch om tijd met hen door te brengen. Om in deze periode van mijn leven, en die van hen, er voor ze te zijn en het allemaal heel bewust mee te maken.”
Het toernooi in Duitsland nadert met rasse schreden maar een vervolg in Oranje lijkt er dan uiteindelijk toch niet van te gaan komen. “Ik zou het mezelf nooit vergeven als ik later oud ben en denk: Ik weet daar niets van. Waar ben ik geweest? Ik heb dat gemist allemaal. Dat wil ik absoluut niet”, benadrukt De Jong.
“Neem een WK of EK, dan ben je toch ook een maand weg van je familie. En het scheelt dan ook of je eerste spits bent of niet. Ik heb me altijd weggecijferd voor een team, dat zal ik ook blijven doen, maar nu ben ik, als de momenten het toestaan, liever bij mijn dierbaren”, aldus de spits, die eigenlijk de deur naar een vervolg in Oranje dicht slaat.