PSV zag deze zomer meerdere sterkhouders in Eindhoven blijven. Olivier Boscagli en Walter Benítez waren gewild, maar werden uiteindelijk aan hun contract gehouden.
Commercieel directeur Frans Janssen legt uit dat de biedingen die de Eindhovenaren ontvingen ver onder de vraagprijs lagen. Benítez kon rekenen op concrete interesse van Atlético Madrid, terwijl Boscagli hoog op de lijst van Brighton & Hove Albion stond.
“Er is nu een keuze gemaakt om bepaalde spelers niet te laten gaan, wetende dat ze wellicht uit hun contract gaan lopen”, begint Janssen in De Rood Wit Podcast. “Maar dan kijken we allereerst naar onze hoofddoelstelling: kampioen worden. Is de kans groter met of zonder hen? En stel dat ze gaan, kunnen we dan een vervanger van hetzelfde niveau vinden? Het antwoord op beide vragen is ‘nee’. Dus die keuze maak je.”
Janssen vindt het niet meer dan vreemd dat PSV de twee basisspelers niet voor een appel en ei wilde verkopen. “Ik ga zeker geen bedragen noemen, maar vergelijk het met andere biedingen”, stelt Janssen “Pak Geertruida, die had ook nog maar een contract voor één seizoen. De bedragen die ik in de krant lees, dat is een flink bedrag.
Geertruida vertrok uiteindelijk voor 25 miljoen euro inclusief bonussen naar RB Leipzig. “Het bod op Boscagli kwam niet in de buurt.” Volgens clubwatcher Rik Elfrink van het Eindhovens Dagblad had Brighton slechts tien miljoen euro over voor de Monegask.
“Dus waarom zouden wij iemand die in onze ogen beter is, want hij is de linker centrale van de kampioen, voor veel minder laten gaan?”, vraagt Janssen zich hardop af.
Hetzelfde geldt voor Benítez, aldus Janssen. “Jeffrey de Lange is voor zo’n drie miljoen naar Olympique Marseille gegaan. Het bod op Benítez kwam niet in de buurt van dat bedrag. Dus de keeper van de kampioen moet je voor de helft van de keeper van Go Ahead Eagles zomaar laten gaan? Nee”, besluit de commercieel directeur.
