‘Erik ten Hag kijkt niet naar PSV’, luidt de kop van een artikel van de NOS over de trainer van Ajax en de kampioenkansen voor de Amsterdamse club.
Ajax Amsterdam, inmiddels verworden tot een onzeker clubje waar met behulp van miljoenen investeringen eindelijk weer eens een landstitel binnen gehaald moet worden. Ajax is ook de club waar men gerust anderhalf miljoen euro neertelt voor de zeventienjarige Frenkie de Jong om vervolgens nog geen anderhalf seizoen later te verkondigen dat er weer een eigen jeugdspeler is doorgebroken. Die club is inmiddels de werkgever geworden van de bescheiden Tukker Erik ten Hag.
De concurrent van PSV is een club geworden waar het begrip ‘koopclub’ inmiddels meer dan ooit op van toepassing is. Rekent u even mee? Hakim Ziyech en David Neres hebben Ajax bij elkaar 23 miljoen euro gekost. Dat zijn slechts 2 spelers uit de basiself. Het bleek niet genoeg dus werd er afgelopen zomer opnieuw een blik geld uitgegeven om de selectie verder te versterken. Het resultaat was rond de winterstop een fikse achterstand op de koploper waarna bekeruitschakeling volgde. De seinen gingen op rood in de Arena; de complete staf werd vervangen en een nieuw blik spelers werd aangetrokken. Een Argentijnse linksback, een Deense rechtsback, een strategische aankoop in de vorm van buitenspeler Bandé en een compleet nieuwe staf. Uitgaven in de winterstop 2017-2018: 25 miljoen euro.
Ondertussen is Ajax meer dan afhankelijk van PSV. Sterker nog: een succesvol seizoen voor Ajax hangt geheel samen met de prestaties van PSV. ‘Ik ben niet met PSV bezig’, zegt ten Hag tegen de NOS. Ondertussen blijkt de ex assistent trainer van Fred Rutten wel degelijk met PSV bezig te zijn. De Tukker lijkt in zijn vuistje te lachen als hem gevraagd wordt naar het gemis van Hirving Lozano. Weer een signaal dat ten Hag wel degelijk met PSV ‘bezig’ is.
Zijn succes hangt immers ook af van de prestaties van PSV. In die ongemakkelijke zetel bevindt de Amsterdamse club zich alweer voor het zoveelste seizoen. Ze spelen zogenaamd het beste voetbal, hebben de beste spelers maar bovenaan de ranglijst zijn ze maar zelden te vinden.
Al seizoenen lang op rij kijkt Ajax zo tegen het einde van de winter en aan het begin van het voorjaar, tegen een achterstand op de koploper aan. Je zou dan verwachten dat men in Amsterdam een toontje lager zingt. Miljoenen euro’s heeft de hoofdstedelijke club geïnvesteerd in spelers uit alle continenten. Trainers en stafleden zijn inmiddels de laan uitgestuurd en nog steeds staat men niet bovenaan. Voor Erik ten Hag reden om er geheel tegen zijn natuur in een arrogante oneliner uit te gooien. ‘PSV gaat nog wel punten verspelen. Als wij alles winnen staan we op het einde van het seizoen bovenaan’. Precies zoals ook Peter Bosz en Frank de Boer rond februari uitspraken.
Arrogantie is al vreselijk maar gespeelde en gemaakte arrogantie is nog veel erger. In dat kader zijn de uitspraken van Erik ten Hag over een landstitel voor zijn werkgever nauwelijks serieus te nemen. De man die voor elke camera nerveus alle kanten op draait en knikt, uit een stevige vorm van gespeelde arrogantie, welke we beter kunnen aanduiden als een grote vorm van onzekerheid. Erik ten Hag, die lieve assistent van Fred Rutten, tracht nu arrogante Amsterdamse taal uit te slaan. Het is kolderieker dan kolderiek. Erik ten Hag is en blijft toch vooral die lieve, schuchtere en in zichzelf gekeerde Tukker zonder arrogantie.
Zoals altijd is trainer Erik ten Hag echter alleen maar met zijn eigen ploeg bezig, zegt hij vrijdagmiddag in gesprek met de NOS, voordat hij toch wéér even naar PSV en Lozano moet wijzen. “Wij moeten onze job doen. Als wij als onze wedstrijden blijven winnen, staan wij aan het eind bovenaan.” Hoog van de toren blazen past de bescheiden Tukker totaal niet. Alleen daarom al is de combinatie Ajax – ten Hag een gigantische mismatch te noemen. De één is arrogant, de ander wil het zijn maar kan het niet.
‘Dat PSV niet kan beschikken over Hirving Lozano is toch een voordeel voor Ajax? Zo stelt de NOS verslaggever tegenover de Ajax trainer. Ten Hag: “Het is een goede speler, dat ziet iedereen.” Dus het is een voordeel? “Het is een goede speler…”