Earnest Stewart kende enkele hectische weken als technisch directeur van PSV. De ’td’ had de lastige taak om defensieve versterkingen in te lijven.
PSV zat lang achter Sepp van den Berg aan, maar zag de verdediger van Liverpool uiteindelijk voor minimaal 23 miljoen euro naar Brentford verkassen. Er werd vervolgens doorgeschakeld naar Ko Itakure, echter bleek ook de Japanner van Borussia Mönchengladbach te duur.
Frans Janssen, commercieel directeur bij PSV, was te gast in de Rood Wit Podcast. Hij erkent dat de clubleiding misschien te lang voor de komst van deze twee verdedigers is gegaan.
“Dat is met Van den Berg gebeurd, maar dat is ook met Ko Itakura van Borussia Mönchengladbach gebeurd”, legt Janssen uit. “We kregen te horen dat hij niet langer te koop was. ‘Oké, prima’. Dat is hetzelfde wat wij bij Boscagli hebben gedaan. Hij is niet te koop, dan ga je door. Op maandag besloten we toen dat we niet op hem door zouden gaan, maar op donderdag stond in de krant dat we ons bod zouden hebben verhoogd.”
“Of de verhalen over ons budget van zo’n 25 tot 30 miljoen euro klopten? Zo hebben wij nooit gekeken. Wij weten op welke posities wij versterkingen moeten hebben en dan gaan we kijken welke speler wij het waard vinden. Dat vergeten veel mensen, maar onze duurste aankoop was Chucky (Hirving Lozano, red.). Ergens tussen de 12 en 15 miljoen euro.”
“Als wij nu opeens 20 tot 25 miljoen euro gaat betalen, dan wordt dat de nieuwe werkelijkheid. Dat heeft écht een impact naar de buitenwereld. Als wij een speler willen kopen, dan kijken we bijna altijd wat de grootste transfer ooit is geweest van die club. Want je weet dat ze er vrijwel nooit heel dik overheen gaan. Dan kun je vrij snel aftasten of je mee kunt gaan spelen. Als wij dan opeens van 14 naar 22 miljoen euro zouden gaan, dat is een enorme stap. Dan is vanaf volgend jaar iedere speler duurder voor ons”, aldus Janssen.
