De kassa rinkelt voor PSV en Feyenoord, zo benadrukt Rik Elfrink nog meer eens.
PSV mag zich opmaken voor een 25ste landstitel in de clubgeschiedenis, terwijl Feyenoord zo goed als zeker is van plek twee in de Eredivisie. Zij zullen komend seizoen beide uitkomen in de groepsfase van de Champions League, waardoor de miljoenen binnenstromen.
“Die tweede plek is in feite wel een financieel kampioenschap”, zegt Elfrink in de Voetbalpodcast van het Algemeen Dagblad. “Je plaatst je voor de groepsfase van de Champions League, dat is allemaal nieuw volgend seizoen. En Feyenoord, laten we dat niet vergeten hè, pakt zonder tegen een bal te trappen 39 miljoen euro.”
“Dat is exclusief recettes, exclusief alle premies die je kunt vergaren in die wedstrijden. Dat is dus een absoluut een financiële hoofdprijs voor Feyenoord. Ze pakken zelfs nog iets meer dan PSV, twee miljoen meer.”
Dat Feyenoord zelfs nog iets meer geld van de UEFA krijgt komt volgens Elfrink doordat de Rotterdammers in de afgelopen seizoen erg goed Europees hebben gepresteerd. “Het is dus echt een financieel kampioenschap voor Feyenoord. Maar als je er puur als sportman naar kijkt, dan hebben ze het met winnen van de KNVB Beker (dat zondag moet gebeuren tegen NEC, red.) gewoon een prima seizoen gehad”, stelt de clubwatcher van PSV.
Elfrink geeft aan dat je in Eindhoven hoort dat Feyenoord PSV ‘écht heeft uitgedaagd’ en ‘tot een hoger niveau heeft gedreven’. “PSV moest gewoon heel scherp blijven, ook na de winterstop. Het gat is nu dan negen punten, maar dat werd even zeven. Feyenoord bleef gewoon winnen en daardoor bleef het bij PSV ook gewoon onder spanning staan. Het moest gewoon elke keer gebeuren. Er was geen reden om te verslappen.”
Nog even en dan mag PSV zich de nieuwe landskampioen van Nederland noemen. Dat het zo lang spannend is gebleven, komt in de ogen van Elfrink vooral door Feyenoord.
“PSV heeft nu 81 punten, daarmee ben je heel vaak kampioen. Maar omdat Feyenoord het gewoon goed gedaan heeft dit seizoen, is het kampioenschap van PSV nog geen feit. Dat gaat er natuurlijk wel komen en dat vind ik ook terecht”, zo klinkt het.