Guus Hiddink en Kees Ploegsma, jaren achtereen een twee-eenheid bij PSV, die tot grootse successen wisten te leiden. PSV voer met name in de jaren tachtig en vroege jaren negentig wel bij het beleid van Kees Ploegsma senior.
Ploegsma en het voltallige PSV-bestuur beslisten na de magere jaren begin 80 dat het roer om moest. De UEFA-cup werd in 1978 aan de prijzenkast toegevoegd maar de opvolgende jaren kunnen sportief gezien niet als de beste PSV-jaren in de geschiedenis van de club worden gezien. Zoals gezegd ging het roer om en trachtte PSV met een nieuwe lichting nationale topspelers de beide randstedelijke clubs aan te gaan vallen.
Onder supervisie van Ploegsma kaapte PSV spelers als Ivan Nielsen en Ruud Gullit weg bij Feyenoord en werden Gerald Vanenburg en Ronald Koeman bij Ajax weggehaald. Later kwam Romario daar nog bij en zes jaar later ook Ronaldo. Bij PSV werden genoemde nationale topspelers international topspelers. Spelers en club zijn elkaar nog altijd dankbaar maar het was toch echt Kees Ploegsma die dit beleid in gang wist te zetten. Natuurlijk konden er niet alleen maar toptransfers worden genoteerd want het ging ook weleens gruwelijk mis. In gesprek met de Rood-Wit Podcast doet Ploegsma uit de doeken welke transfer als volledig mislukt kan worden beschouwd.
“Toen ik net bezig was bij PSV, toen heb ik de slechtste transfer van mijn leven gedaan”, vertelt Ploegsma in De Rood Wit Podcast. “Ik was zo groen als gras, maar Thijs Libregts ook. We wilden een spits uit Engeland halen en we gingen voor een speler die Ritchie heette, geloof ik. We zitten daar op de tribune en na tien minuten zegt Libregts tegen mij: ‘we moeten die nummer-10 hebben’.”
“Dat bleek Teddy Maybank te zijn”, gaat hij verder. “Maar ik dacht: ‘hoe heeft hij dat nu al kunnen zien?’ Enfin, we gingen terug naar Eindhoven en we gaven aan dat Maybank per se moest komen. Die werd gekeurd, maar daar is iets niet helemaal goed gegaan. Hij heeft drie wedstrijden gespeeld en scoorde in de eerste wedstrijd ook meteen drie keer. Dus wij dachten dat we een goudhaantje in huis hadden gehaald.”
“Hij kostte destijds ook al 800.000 gulden, maar na drie wedstrijden kreeg hij pijn in zijn knie. Bleek hij achteraf gewoon twee rotte knieën te hebben. En hij lachte zich kapot, want door het sociale stelsel in Nederland kreeg hij vijf of zes jaar een uitkering. Dat was mijn eerste aankoop, dus die vergeet ik nooit weer”, aldus Kees Ploegsma.