Nico Dijskhoorn ergert zich vaak, zeer geregeld. Wekelijks. Althans, Dijkshoorn uit het wekelijks. Of het de spreekwoordelijke taak is voor een columnist laten we in het midden maar beledigen en schofferen is niet per se de taak van een columnist.
Dijkshoorn trekt zichzelf er in ieder geval niets van aan en dacht deze week in het openbaar te kunnen uitspreken Noa Lang een psychopaat te noemen. Daar gisteren genoeg over in dit artikel.
Hoe dan ook hanteert Nico Dijkshoorn een geheel eigen schrijfstijl, waarbij menigeen het moet ontgelden. Uiterlijke kenmerken van een individu aanvallen schroomt Dijkshoorn in ieder geval ook niet. Dat dat schandalig te noemen is, is al vaak genoeg benoemd maar Dijskhoorn is Dijkshoorn, zoals Johan Derksen ook vindt dat alles kan.
Dijkshoorn bekijkt de voetbalwereld wel vanuit het perspectief dat er zonder clubvoorkeur gecommuniceerd wordt. Toch levert dat nog wel eens verwensingen aan zijn adres op. Geregeld zelfs, laat Dijkshoorn weten.
“Schrijf ik een kutstuk over PSV, ga ik op de schouders bij de Ajax-supporters en vinden ze me in Eindhoven allemaal een Ajacied”, begint Dijkshoorn Voetbal International. “Letterlijk een week erna doe ik het omgekeerde en ben ik die vuile PSV-fan. Het zit gewoon niet in het systeem van mensen dat het allebei kan”, probeert Dijkshoorn boven de partijen te staan. De columnist laat geregeld weten niets te hebben met mensen die emoties voelen bij een voetbalclub. Ook daar ergert Dijkshoorn zich aan.
“Ik was bij Ajax – Groningen, 5-5, in mijn herinnering één van de mooiste wedstrijden die ik ooit heb gezien. Geen moment heb ik gedacht: godver, Groningen scoort. Omdat ik toevallig in de buurt van Amsterdam woonde. Je kunt als columnist, verslaggever of analist niet heel erg voor een club zijn, denk ik. Behalve Mario Been. Die heeft het gewoon over ‘we’. Dat laten ze dan maar zo, bij ESPN”, aldus Dijkshoorn.