Guus Til en niemand anders hielp PSV zaterdagavond over het dode punt in de thuiswedstrijd tegen NAC heen.
De aanvallende middenvelder, die als hij speelt eigenlijk steevast betrokken is bij doelpunten en/of assists, werd op X eerst aangepakt door een PSV-fan omwille van het feit dat het zogenaamd ‘stom en dom’ was dat Til zich aan de rechterkant richting de zestienmeter van NAC bewoog. Enkele minuten later creëert de aanvaller aan diezelfde rechterkant ruimte voor zichzelf middels een prima loopactie, om daarna de 1-1 binnen te schuiven.
Een typische Guus Til-goal? Ja, eigenlijk wel. Als geen ander heeft Til gevoel voor het belopen van de ruimte, die hij vaak zelf creëert. Net voor rust eigenlijk opnieuw een typische Guus Til-goal want verwoestend uithalen keert ook regelmatig terug in het repertoire van de aanvaller. Na afloop ontspon zich opnieuw een prachtig en open interview met Til, die net als na FC Utrecht – PSV opnieuw van zijn hart geen moordkuil maakte.
Nadat PSV in december won van FC Utrecht, zei Til dat hij soms geen vuur meer had en hij soms als het ware enigszins neutraal op het veld stond. Nadat hij zaterdag twee keer scoorde tegen NAC Breda, wordt Til door verslaggever Hans Kraay junior gevraagd of hij nu weer plezier beleeft aan het voetballen. Andermaal mooie openheid van Til in gesprek met Kraay. “Ja, dat is het niet. Ik probeerde het vorige keer ook al uit te leggen: het is groter dan dat, het zit in mijn persoonlijkheid. Misschien heeft het niet eens zo veel te maken met voetbal.”
“Dit is gewoon mijn persoonlijkheid, af en toe zit ik er niet lekker in. Soms ben ik ook die goedlachse jongen, maar dat is niet altijd zo”, vervolgt Til. “Mensen zien dat voor de camera zo, maar nu was dat een keer niet zo. Dan denken mensen natuurlijk dat het een heel groot probleem is. Maar het is gewoon wie ik ben. Het zijn fases en het hoort bij mijn karakter. Ik deal er al mijn hele leven mee, maar als niemand het verder weet, komt het in één keer als donderslag bij heldere hemel. Voor mij is het niet zo’n verrassing, maar nadat ik dat interview gaf wist ik wel: oef, ik denk niet dat – buiten de mensen die dicht bij me staan – niemand hiervan op de hoogte is”, besluit Til.