Peter Bosz heeft donderdagavond genoten van zijn ploeg. Na afloop gaf de coach toe dat zijn ploeg hem soms blijft verrassen.
De trainer zat langs de kant te genieten en kreeg na afloop van de wedstrijd een compliment van Arsenal-speler Kai Havertz. Havertz kwam na afloop van het Champions League-duel naar Bosz toe en kreeg van de Duitse international, met wie hij bij Bayer Leverkusen samenwerkte, te horen dat Arsenal het heel lastig had met PSV.
Volgens Havertz wilden hij en zijn teamgenoten PSV vol onder druk zetten, maar kregen ze dat niet voor elkaar. Die bevestiging kreeg Bosz na afloop dan ook van de Duitser Havertz. “Hij moest lachen, want hij zei: we wilden jullie vol onder druk zetten en dat lukte niet. Hij was daar ook wel verrast over.”
Bosz na opnieuw het woord en zei: “Dat geeft gewoon aan dat wij durven voetballen”, reageert Bosz op de persconferentie. “Natuurlijk brengt dat een risico met zich mee. Maar ik vind dat wij gewoon goede voetballers hebben, dus kunnen we dat ook doen. Dat is wel fijn.”
PSV werd in september in Londen nog met 4-0 zo nu en dan van het kastje naar de muur gestuurd als we naar de snelheid van de Arsenal-aanvallen van destijds kijken.
“Het blijft dat je niet echt kan vergelijken, omdat zij in het begin met weinig jongens uit de echte basis stonden”, reageert Bosz bij RTL. “En wij hadden natuurlijk ook wat wijzigingen doorgevoerd. Aan de andere kant denk ik dat je wel kan zien dat het elftal stappen heeft gemaakt. Hoe we druk zetten, hoe we compacter staan, hoe we beter verdedigen en hoe we, zeker ten opzichte van de eerste wedstrijd, kansen hebben gecreëerd.”
“Je kan deze wedstrijd op het einde nog verliezen, maar ik denk dat we ook hadden kunnen winnen”, vervolgt Bosz, die duidelijk maakt dat hij daar niet lang mee zal zitten. “Nee, het gevoel dat blijft hangen is meer trots. Trots op hoe wij gespeeld hebben met dit elftal, dat in deze samenstelling nog niet veel gespeeld heeft. Met Mauro en Armando Obispo na lange tijd. Als je ziet hoe we dat gedaan hebben, dan vind ik dat toch wel goed.”