Voormalig FC Utrecht Bart Ramselaar kijkt uit naar de wedstrijd tegen zijn vorige werkgever. De Amersfoorter is blij dat hij weer basisspeler is na een aantal maanden de bank te hebben warm gehouden.
Klagen heeft Ramselaar niet gedaan. Hij is allang blij dat hij weer een basiskracht is.
“Ik heb het lang met invalbeurten moeten doen”, vertelt de middenvelder in gesprek met de NOS, die vorig seizoen in zijn eerste PSV-jaar nog veel aan bod kwam.
“Dat was lastig soms. Af en toe kreeg ik de kans en daarna speelde ik weer een tijdje niet. We wonnen alles in het begin van het seizoen. Dan is het ook lastig voor een trainer om wisselingen te doen. Iedereen speelde goed. Er was gewoon geen plek voor mij.”
Ramselaar heeft de terugkeer in het elftal zelf afgedwongen, vindt hij. “Goed trainen. Dat is het allerbelangrijkst. En als je invalt, ook al is het maar tien of twintig minuten, moet je alles geven en laten zien dat je er klaar voor bent. Net voor de winterstop kreeg ik weer wat minuten en speelde ik goed. Sindsdien ben ik niet meer uit de ploeg geweest en ben ik ook belangrijk voor het team, denk ik. We hebben nog negen wedstrijden te gaan. In het voetbal kan alles”, houdt hij omzichtig een slag om de arm.
“We moeten uiterst scherp blijven en er elke wedstrijd vol ingaan, met de volle overtuiging dat we gaan winnen. Dat signaal hebben wij heel goed afgegeven in de competitiewedstrijd tegen Feyenoord. Dat moeten we elke wedstrijd doen. In de beker tegen Feyenoord waren wij als team een stuk minder en werden we volledig weggespeeld.”
“Nu zie ik de Utrecht-jongens weer terug. Het blijft een speciale wedstrijd voor mij. Maar dat was het vooral de eerste keer, vorig seizoen thuis. Het wordt nu al wat normaler. Ik heb vooral veel zin om te spelen.”