Sevilla FC is opnieuw tegenstander van PSV maar deze keer treffen beide clubs elkaar niet in de Europa League maar in de Champions League.
Of beide clubs op dat podium het verschil kunnen gaan maken valt nog te bezien als we naar groep B kijken, waar Arsenal de favoriet is. De Spaanse club zette maandagmiddag voet op Eindhovense bodem. Daar waar het steeds graag naar terugkeert omwille van het eerste Europese succes in 2006, wil Sevilla dinsdagavond het puntentotaal naar vier opkrikken.
Sevilla-trainer José Luis Mendilibar schoof maandagavond aan voor het gebruikelijke perspraatje. De trainer van de club uit Andalusie geeft hoog op van PSV en vindt dat zijn collega Peter Bosz een topteam heeft en ook over een brede selectie beschikt.
“PSV heeft gewoon een heel goed team. Ze hebben in eigen land alles gewonnen en hebben heel veel doelpunten gemaakt”, zei Mendilibar dinsdag op zijn persconferentie in aanloop naar de Champions League-wedstrijd. “Dat zegt veel over hoe ze als ploeg spelen en over de vele individuele kwaliteit die ze hebben. Ze hebben dit jaar een brede selectie, waarmee ze competitief zijn. Al is de Champions League weer andere koek.”
Onder leiding van Mendilibar is Sevilla slecht aan het seizoen begonnen. In La Liga leverden de eerste zeven wedstrijden pas zeven punten op. De Champions League werd begonnen met een 1-1-gelijkspel tegen RC Lens maar het spel houdt niet over. In een analyse van Voetbal International werd gekscherend geopperd dat Europa League-winnaar Sevilla dit jaar opnieuw voor de winst van de Europa League gaat en daarom tevreden zou zijn met een derde plaats in groep B.
De club uit Sevilla gaat natuurlijk voor meer en wenst tegen PSV een zege veilig te stellen. Tegelijkertijd beseft men dat winnen in het Philips Stadion een enorme opgave is voor de meeste tegenstanders. “Ik verwacht een gelijkopgaande wedstrijd tegen PSV”, zei Mendilibar. “De Champions League is altijd weer anders dan de competitie. Hier spelen alleen de beste ploegen. We komen met de intentie om drie punten te pakken.”
