PSV hoefde woensdagavond niet tot het gaatje gaan om in de kwartfinale van de KNVB Beker af te rekenen met Feyenoord (2-0).
Vooral in de eerste helft kwam PSV erg matig voor de dag. Trainer Peter Bosz ergerde zich tijdens de wedstrijd mateloos en was na afloop kritisch, opvallend genoeg ook op zichzelf.
Na een snelle openingstreffer van Johan Bakayoko wist PSV niet door te drukken. “Ik vond het een draak van een wedstrijd”, gaf Bosz toe bij ESPN. “Ik heb het niet goed weggezet. De bedoeling was dat Jerdy (Schouten, red.) zou doorschuiven naar het middenveld, maar dat gebeurde niet. Daardoor kreeg Feyenoord veel te veel initiatief.”
“De eerste helft hebben de spelers óók gedaan wat ik wilde, maar ik wilde het verkeerde van ze. Dat lag aan mij. De tweede helft speelden we zoals we normaal gesproken spelen. De tegenstander onder druk zetten en goed voetballen.”
Bosz kan dit seizoen geen beroep meer doen op de geblesseerde Ricardo Pepi. PSV leek in de laatste dagen van de winterse transferwindow nog in de markt voor een nieuwe stand-in voor Luuk de Jong, maar slaagde er uiteindelijk niet in om een waardige concurrent in te lijven.
Op de vraag wie de stand-in van Luuk de Jong moet worden, kwam Bosz met en opvallend antwoord. “Joey Veerman. Dat is waarom we niemand erbij hebben gehaald”, grapte de trainer, die daarna toegaf dat Ivan Perisic een optie is. “Bij Bayern stond hij daar ook, dat heeft hij mij verteld. We hebben meer jongens die daar niet heel vaak spelen, maar we gaan kijken wat daarin de beste oplossing is.”
